Bescherm ons koude kikkerlandje

8 november 2022

Dit keer een wat langer stuk; ‘Hoe redden we ons koude kikkerlandje?’ Dit is de inbreng van Statenleden Willem Minderhout en Evelyn Hijink bij de begrotingsbespreking van Klimaat, Natuur, landbouw, Milieu in de commissie KNM over de begroting 2023. Veel leesplezier!

De laatste begroting van dit college is sober maar gedegen. Iedere dag beter? Misschien wel, maar het is natuurlijk nooit ‘af’. Zeker in deze portefeuilles is de komende decennia nog veel aandacht en energie van de provincie vereist.

Hopelijk zal dat net als nu geschieden met een werkbare consensus over de beleidsdoelen en de in te zetten middelen. Best opmerkelijk gezien het brede karakter van dit college. Wij hebben de indruk dat ook een groot deel van de oppositie, hoewel er natuurlijk accentverschillen zijn, zich met deze beleidsdoelen en de inzet van – altijd te schaarse- middelen kan verenigen. Ook in een versplinterd politiek landschap blijkt een vruchtbare samenwerking mogelijk.

Zuid-Holland staat voor vele uitdagingen, problemen met een  mondiaal karakter, maar met een lokale kenmerken. Denk aan de toekomst van onze laagveengebieden. Hier komt de problematiek van bodemdaling, biodiversiteitsverlies, CO2-uitstoot, watermanagement en de stikstofuitstoot bij elkaar.

Alleen een integrale aanpak met gemeenten, waterschappen en niet te vergeten maatschappelijke partners als boeren, natuurorganisaties etc, kan hier tot een doeltreffende aanpak leiden.

Laat ik een draadje pakken.

Vroeger sprak men geringschattend van ‘ons koude kikkerlandje’. Nederland is echter vrijwel nooit meer koud en kikkers vind je er ook steeds minder. Kikkers hebben baat bij een goede waterkwaliteit. Om die te behalen is de kaderrichtlijn water opgesteld.

In 2027 moet aan de normen van die KRW voldaan worden. Het PBL acht het onwaarschijnlijk dat deze doelen gehaald worden.

Ga er maar aan staan: ondanks dat Chemours de duimschroeven is aangezet stijgt de PFAS-vervuiling in de Merwede en dus, ook door depositie vanuit de lucht, in het grondwater en de moestuintjes. (En wordt het probleem naar de Schelde verplaatst.) We zullen binnenkort met u van gedachten wisselen over deze problematiek, waarbij onze inzet is hoe onze provincie kan bijdragen om zeer zorgwekkende stoffen die nauwelijks afbreekbaar zijn als PFAS volledig uit te bannen.

Water

De binnenwateren worden periodiek geteisterd door  gif uit de tuinbouw. Dode vissen drijven in de Delftse grachten. Blijkbaar wordt er in de tuinbouw onvoldoende toezicht gehouden door de omgevingsdiensten. ‘Geen provinciale taak’? Formeel misschien niet, maar laten we in ieder geval met de betrokken gemeenten en omgevingsdiensten plannen maken om tot een goed ‘bronbeleid’ te komen. Wat doet de provincie daar momenteel aan?

De slechte waterkwaliteit treft ook onze zwemwateren. Door blauwalg worden zwemplassen steeds vaker gesloten voor zwemrecreatie terwijl er steeds meer behoefte is -ook door de steeds warmere en langere zomers- aan zwemstrandjes om en nabij onze steden en dorpen voor de broodnodige ontspanning en verkoeling. De provincie houdt zich bezig met het meten en het waarschuwen maar wat doet ze nu concreet ?  Zo is er bv de uitvinding  genaamd de WaterQi;  een innovatieve pomp die minuscule zuurstofbelletjes in het diepere water pompt waardoor het water gereinigd wordt en de kans op blauwalg afneemt. Waarom zien we zo weinig van dit soort concrete acties terug in de stukken en vinden we blijkbaar meten en waarschuwen voldoende. Wij willen graag meer actie zien om onze zwemplassen zwembaar te houden voor onze inwoners. Graag een reactie van GS waarom hieraan niet meer prioriteit gegeven kan worden binnen de huidige programma’s.

Niet alleen zwemwater, maar ook openbare groene recreatiegebieden rond de steden staan onder druk, zoals ook door Staats Bosbeheer aan de orde is gesteld. Het budget om deze gebieden goed te onderhouden is echter, ook volgens GS, te krap. Hoe denkt GS toch tot een goed staat van onderhoud te komen? Wij kunnen ons voorstellen dat wij met de andere fracties in PS gaan zoeken of we dekking kunnen vinden voor een amendement.

Waterkwaliteit heeft ook met soortenbeleid te maken. Diezelfde kikker wordt momenteel in zijn voortbestaan bedreigd door de oprukkende rivierkreeft die als een kanker door onze sloten en vaarten raast. Dat is een rijkstaak. Zegt u. Misschien wel, maar de waterschappen zijn zo langzamerhand wanhopig, want die kreeften maken alles stuk.  Wat is GS van plan om hieraan te doen?

We zijn nu bij de sloten van onze veenweiden beland. Om de kikker daar te laten gedijen is biodiversiteit van groot belang – kikkers eten geen planten, maar zonder planten geen insecten. En zonder insecten geen kikkers, weidevogels etc. Geen honing en geen bestuiving bijvoorbeeld.

Boeren

Zonder koeien zullen al onze veenweiden in elzenbroekbossen veranderen en dan zijn we de weidevogels ook kwijt. Om die biodiversiteit terug te brengen is echter vernatting en verschraling nodig. Minder vee, dus. Minder vee betekent ook minder stikstof. De vraag die nu opgelost dient te worden is of minder vee ook minder boeren betekent.  Wat ons betreft niet. Maar dat betekent wel dat boeren op een andere manier hun boterham moeten kunnen verdienen. Recreatie zou een inkomstenbron kunnen zijn, of energie. Tenten en zonnepanelen in plaats van koeien. Liever nog: ecosysteemdiensten. Daar wordt veel over gepraat, maar leidt dit al tot andere verdienmodellen?  Kan de gedeputeerde daar enige woorden aan wijden?

Ook biologische boeren moeten hun boterham kunnen verdienen en dat is nog te weinig het geval. Onze provincie kent het laagste aantal biologische bedrijven en dat is heel zorgelijk. Ook in de plannen voor 2023 is het ondersteunen van biologische landbouw nauwelijks een prioriteit. Terwijl deze vorm van landbouw de oplossing is voor zo’n beetje alle crisissen die er zijn in de landbouw. Serieuze opschaling van initiatieven in de sfeer van korte ketens , voedselfamilies en groene cirkels zie ik niet. Het is een niche, zo marginaal, niet eens in een percentage uit te drukken. Wanneer maakt GS daar serieus werk van ?  Wordt het geen tijd dat we in onze provincie een ambitie afspreken over het percentage biologische landbouw ? Te denken aan bv 10 % in 2030 ?

En nu

Kan GS toezeggen dat met het vormgeven van de nieuwe subsidies medio 2023 wanneer de POP subsidies aflopen er specifiek wordt ingezet op het ondersteunen van biologische landbouw en korte ketens ?

Hopelijk lukt het door zo’n integrale aanpak om ons land een kikkerland te laten blijven.

Maar wordt het ook weer een koud kikkerland? Waarschijnlijk niet. Klimaatadaptatie om onze provincie zowel tijden van wateroverschotten als tijden van droogte te laten doorstaan zonder dat onze kelders blank staan, ons drinkwater schaars wordt, of onze kikkers verkommeren in een droge sloot.

Er staat het toekomstige college nog veel te doen. Hopelijk weet het op dezelfde eendrachtige wijze aan deze enorme uitdagingen te werken als het huidige.

Leve ons niet meer zo koude kikkerlandje!