Hoe en vooral waar gaan de regio’s in Zuid-Holland hun aandeel hernieuwbare energie – voornamelijk zon en wind – realiseren? De voorstellen staan in de concept Regionale Energie Strategieën (RES). Rond 1 oktober zijn de plannen bij het Planbureau voor Leefomgeving ingeleverd voor doorrekening. De 35 terawatt – waarvoor alle RES’en in Nederland samen aan de lat staan – lijkt ruimschoots gehaald te worden, wel met de winstwaarschuwing dat een deel van de voorstellen niet gerealiseerd zal worden. In de meeste gemeenteraden en in de provincie zijn de concept-RES’en besproken. De provincie heeft in een ‘wensen en bedenkingen brief’ gereageerd op de concept RES ‘en.
“De brief geeft een evenwichtige opsomming. Positief is dat er veel werk is verzet en dat sommige regio’s al behoorlijk ver zijn. De zorgen zitten voor de PvdA met name in de eerlijke verdeling en de participatie. Dat blijft in sommige gemeenten echt nog te ver achter en dat baart ons zorgen,” aldus ‘onze’ Statenlid Evelyn Hijink.
“In onze provincie zie je in de zeven ‘RES-regio’s’ een grote verscheidenheid. Iedere regio is uniek, maar de gemene deler is dat de ruimte overal schaars is. Je moet per locatie heel goed kijken wat er op ruimtelijk gebied mogelijk is en of er voldoende draagvlaak voor is binnen de samenleving.” Hijink voerde het woord tijdens de Statenvergadering van 23 september jl. over de RES’en benadrukte de speerpunten van de PvdA: ”Eerlijke verdeling van de lusten en de lasten, draagvlak & participatie en vaart maken met de energietransitie.”
“Voor ons is het van belang dat de energielasten voor huishoudens niet omhoog mogen gaan. Daarom is het van belang dat de opbrengsten van winstgevende projecten niet alleen richting het bedrijfsleven gaan, maar dat de bewoners daarvan mee kunnen profiteren. Bijvoorbeeld door lokaal eigenaarschap of d.m.v. fondsen om energiebesparende maatregelen te ondersteunen. Opgenomen is te streven naar 50% lokaal eigenaarschap. Voor ons is dit een uitgangspunt; niet een maximum. Met andere woorden; het houdt niet op bij 50%.”
De zorgen zitten bij de eerlijke verdeling en participatie. Sommige gemeenten hebben daar een cruciale rol te vervullen, maar geven aan dat het ontbreekt aan middelen en capaciteit. “Sommigen gemeenten hebben nog geen begin gemaakt met het informeren van de bewoners. Laat staan dat ze worden erbij worden betrokken, terwijl er wel zoekgebieden zijn ingetekend. Dat is niet de volgorde en dat kan funest zijn voor het draagvlak. De fase die nu volgt is cruciaal voor het draagvlak en gemeenten hebben hiervoor ook de middelen nodig om dit serieus te kunnen organiseren. En het is spannend waar het PBL mee gaat komen, want dan krijgen we een beter beeld wat de voorstellen echt kunnen betekenen,” aldus Statenlid Evelyn Hijink.