Momenteel is de provincie Zuid-Holland bezig met de voorbereiding van een nieuwe aanbesteding van de Waterbus in de regio Drechtsteden. Vervoersbedrijven kunnen zich tot 1 oktober 2019 inschrijven op een concessie die in 2022 ingaat en vervolgens tien jaar duurt. De gemeenten in de Drechtsteden vrezen echter dat de Waterbus zal worden afgebouwd. Uit het programma van eisen en de reacties van gemeenten bleek namelijk dat de provincie bedrijven niet dwingt om meer te varen. Het minimale aantal vaarten dat meegegeven is in de aanbesteding is lager dan er nu gevaren wordt. Uiteraard mag een vervoerder meer varen dan minimaal gevraagd. De PvdA stelde daarom gezamenlijk met alle fracties schriftelijke vragen. © Foto: Willem Minderhout
In de beantwoording van de vragen geven Gedeputeerde Staten aan dat het niet de bedoeling is dat keuzes in het Beleidskader Personenvervoer over Water (POV) ten koste gaan van de dienstverlening. Hoewel reizigers de Waterbus erg waarderen (in 2018 bleek het zelfs het best gewaardeerde OV van Nederland), zouden er volgens onderzoek steeds minder mensen gebruik zouden maken van de Waterbus. Ook is GS van mening dat in het proces zorgvuldig is overlegd met de gemeenten in de Drechtsteden.
Daarnaast stelt GS dat de eisen die de Drechtsteden graag opgenomen zagen als minimumeisen, niet als verplichting kunnen worden opgenomen, omdat dit zou leiden tot overschrijding van het huidige budget van jaarlijks 5 miljoen euro: volgens GS zouden deze eisen ‘aanzienlijke aanvullende financiële bijdragen’ vergen vanuit de regio.
Het is afwachten wat er uit de concessie komt, maar de PvdA blijft samen met de andere fracties het proces rondom de nieuwe aanbesteding kritisch in de gaten houden.