Op 30 mei stond de vernieuwing van de ‘Visie ruimte en mobiliteit’, het ‘Programma ruimte’ en de ‘Verordening ruimte’ op de Staten-agenda. In deze beleidsdocumenten zijn de spelregels voor de provinciale ruimtelijke ordening vastgelegd. De PvdA-fractie kon voor het overgrote deel instemmen met het voorstel, maar op een aantal punten kon het wat ons betreft scherper.
Strandhuisjes Kijkduin
Rond de strandhuisjes bij Kijkduin is al veel te doen geweest. Door een veranderende kijk op de wenselijkheid van kustbebouwing wilde de provincie hier aanvankelijk geen vergunning voor geven. Omdat er vooraf al heel veel toezeggingen waren gedaan, vonden de Staten deze plotselinge beleidswijziging in strijd met de regels van behoorlijk bestuur. In de gewijzigde Visie Ruimte en Mobiliteit stond het standpunt t.o.v. deze huisjes zo cryptisch omschreven dat de Gedeputeerde in reactie op vragen de Staten een ‘toelichting op het besluit’ toestuurde.
Wij hebben per amendement gevraagd om de tekst van die toelichting in de VRM op te nemen zodat er nu geen twijfel meer kan bestaan over de intenties van de Gedeputeerde Staten (GS). Er staat nu: ‘bij positieve grondhouding van zowel gemeente, hoogheemraadschap als omgevingsdienst over een nieuwe vergunning voor de bestaande strandhuisjes in Kijkduin, zal de provincie bezien hoe (en dus niet ‘óf’) deze strandhuisjes kunnen worden ingepast in het beleid’.
Zwethof, Zoeterwoude
Te elfder ure bereikte een voorstel de Statenleden om een bouwplan van vier hectare bij Zoeterwoude goed te keuren. De Statenleden waren ooit akkoord gegaan met een beperkt bouwplan van hooguit 2 hectare ten bate van de woongemeenschap Swetterhage. Deze koppeling was nu verdwenen en in plaats daarvan lag er nu ineens een plan voor kapitale villa’s in een mooi stukje van het Groene Hart…
Niet alleen wij, maar ook de ChristenUnie/SGP en de SP maakten zich hier boos over. Over deze locatie was reeds meermalen in de Staten gedebatteerd, waarbij de landschappelijke waarde van deze locatie steeds prevaleerde boven de wenselijkheid van een woningbouwlocatie. De fractie van de CU/SGP had een motie voorbereid, maar trok die in ten bate van ons amendement om Zoeterwoude-Dorp Zwethof te schrappen uit de woningbouwlocaties. Het amendement werd met een ruime meerderheid aangenomen.
De discussie is echter nog niet ten einde. Gedeputeerde Bom-Lemstra vindt dat het plan past binnen de VRM-normen en wil alsnog een voorstel aan de Staten voorleggen.
Helaas werden niet al onze voorstellen overgenomen.
Goedereede
De Gedeputeerde Staten wilden een kleine kavel uit de ‘strategische reservering natuurontwikkeling’ in de buurt van Goedereede schrappen om daar de bouw van een woning mogelijk te maken. De kavel van 0,04 hectare werd al geruime tijd niet meer als landbouwgrond gebruikt. Tijdens de inspraak bleek de precieze kavelgrens omstreden te zijn. Het leek onze fractie voor de hand liggend om, zolang hier geen helderheid over was, de bestemming ongewijzigd te laten. Aanvankelijk bleek ook hierin een grote meerderheid ons te steunen. Gedeputeerde Weber stelde echter dat de bestemmingswijziging is gebaseerd op de tot op dit moment bekende kavelgrenzen. Omdat dit nu ‘onder de rechter is’, wilde hij juist niet op een rechterlijke uitspraak vooruit lopen. Als de rechter besluit dat de kavelgrens toch anders loopt kan de huidige eigenaar, als ‘voormalige eigenaar’, daar toch niet bouwen.
Mijn mede-ondertekenaars en ik vonden dat een valide redenering. Omdat ik mijn betoog op de juridische onhelderheid had gebaseerd, kon ik niet ineens het argument landschappelijke waarde – dat zeker een rol speelt – erbij betrekken. Een dergelijk amendement had ook nooit een meerderheid gehaald.
Kruimelregelingen
Op grond van de zogenaamde ‘kruimelregeling’ uit de Wet Ruimtelijke Ordening kunnen gemeenten een tijdelijke vergunning geven zonder het bestemmingsplan aan te passen voor ruimtelijke ingrepen van tijdelijke aard (maximaal tien jaar). Zo kan een gemeente een vergunning geven om een akker te gebruiken om zonnepanelen neer te leggen, mits de exploitant belooft om ze binnen tien jaar weg te halen.
Gemeenten moeten zich ook bij kruimelregelingen houden aan de Verordening Ruimte, maar niet aan de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Juist in de VRM zijn de spelregels m.b.t. dit soort zonnevelden opgenomen.
Per motie riepen wij de Gedeputeerde Staten op om alle gemeenten te verzoeken om ook bij ontheffingen op grond van de ‘kruimelregeling’ de spelregels uit de VRM te hanteren. Dit gedeelte van de motie namen de GS over.
De motie verzocht de Gedeputeerde Staten ook om de vergunningen op grond van de kruimelregeling te inventariseren en te monitoren. De GS wezen dit af op grond van de redenering dat dit teveel ‘administratieve lasten’ met zich mee zou brengen. Een meerderheid van de Statenleden volgde deze redenering, dus deze motie haalde het niet.