Varend ontgassen: de bewoners van de Lek-oevers zijn het zat

26 oktober 2020

Onlangs bracht ik een bezoek aan bewoners van Lekkerkerk. Ze worden regelmatig geplaagd door gasbellen die door langsvarende binnenvaartschepen worden geloosd. Ze zijn het zat en hopen dat daar nu eindelijk eens tegen wordt opgetreden. 

Tijdens de vorige Statenperiode hoorde ik het voor het eerst: ‘varend ontgassen is een groot milieuprobleem’. Rik Janssen (SP), de toenmalige gedeputeerde van milieu, zou het gaan aanpakken. ‘Varend ontgassen’ betreft de gewoonte van binnenvaartschepen die vluchtige stoffen als benzeen vervoeren om de gassen die in de opslagtanks zijn blijven hangen tijdens de vaart uit de opslagtanks te lozen. Om dit tegen te gaan vaardigde Zuid-Holland een verbod uit.

In een tussenreportage liet de huidige gedeputeerde, Adri Bom-Lemstra (CDA), weten dat het verbod op varend ontgassen niet handhaafbaar was. Het wachten was op een landelijk verbod om dit probleem echt aan te kunnen pakken. Haar verhaal leek me heel plausibel. Het verbod betrof schepen die een hoeveelheid gas lieten ontsnappen als hun tanks meer bevatten dan 10% van de LEL (de onderste explosiegrens, een mens blijft bijleren). Aangezien dit niet te meten was, kon men ook niet handhaven.

Na de commissievergadering kregen we een brief van een bewoner van Lekkerkerk. Hij meent dat deze milieuovertreding wel degelijk kan worden aangepakt. Hij vindt het ook de hoogste tijd worden, want de gezondheid van de omwonenden van de Lek wordt ernstig bedreigd. Alle reden om eens in Lekkerkerk op bezoek te gaan.

De Lekkerkerkers vertelden me dat ze in de hete zomernachten hun ramen dichthielden omdat er regelmatig dikke wolken benzeendamp over hun huizen worden geloosd. In hun gedeelte van de provincie is de omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) verantwoordelijk voor de handhaving van het milieubeleid. De ODMH heeft echter geen expertise op dit gebied, dus dat wordt uitgevoerd door de DCMR. Met ‘e-noses’, elektronische snuffelpalen, worden gaslozingen in kaart gebracht. ‘Maar wat ze nu precies doen aan handhaving, dat weten we niet.’ ‘Rijkswaterstaat vaart hier wel rond met van die stoere boten, maar ook die hebben we nog nooit zien optreden tegen schepen die aan het ontgassen waren.’

Tijdens ons gesprek aan de oever van de Lek varen er een heleboel binnenvaartschepen langs. Aan de blauwe kegel die voor en achter zijn opgehangen kun je zien dat er sprake is van explosiegevaar, leer ik. Dat betekent dat zich gas in het ruim bevindt en er dus ontgast moet worden. ‘En dat doen ze graag hier, op de Lek, tussen Nieuwegein en Kinderdijk. Ze denken zeker dat hier geen mensen wonen.’

Volgens de bewoners is handhaving van het ontgassingsverbod goed mogelijk. ‘Rijkswaterstaat weet precies wat ze vervoeren, dus ook wat ze kwijt moeten zien te raken.’ ‘In België en Duitsland is de handhaving wel goed geregeld. Dat moet hier ook kunnen.’ ‘Er zijn ontgassingsinstallaties, die die grondstoffen ook weer terugwinnen maar die worden nauwelijks gebruikt.’

Het grote probleem is dat de binnenvaart hele lage marges kent en dat iedere euro die bespaard kan worden meegenomen is. Als de handhaving niet waterdicht is, is iedereen geneigd om voor de goedkope oplossing te kiezen en het de lucht in te spuiten. ‘Soms moeten ze zoveel kwijt dat ze rondjes varen op de Lek totdat ze leeg zijn.’ Idealiter zou bij iedere vracht vooraf een ‘ontgassingsvergoeding’ betaald moeten worden, zodat illegaal lozen geen financieel voordeel meer oplevert. Volgens de omwonenden moet het ook mogelijk zijn om, wanneer een schipper komt laden met schone tanks, een verklaring te vragen waar en wanneer hij zijn tanks heeft ontgast.

Gewapend met deze informatie keerde ik huiswaarts. Genoeg stof om nadere vragen te stellen.