De provincie Zuid-Holland is bereid de aanleg van een warmteleiding tussen Vlaardingen en Leiden door de GasUnie te subsidiëren met 81 miljoen euro. Ook is de provincie bereid om voor 21 miljoen garant te staan voor een ‘vollooprisico’. Dit risico houdt in dat er aanvankelijk minder warmte wordt afgenomen dan kan worden aangeboden. Hiermee is aan één van de voorwaarden voldaan die de GasUnie heeft gesteld aan dit project. In het najaar volgt een definitieve beslissing, wanneer duidelijk is dat het Rijk en de gemeente Rotterdam een bijdrage leveren en of de Europese Commissie akkoord gaat.
Zuid-Holland is een van de meest dichtbebouwde provincies met een hoge vraag naar warmte. Zuid-Holland is ook de meest geïndustrialiseerde provincie van Nederland. Die industrie produceert veel warmte die nu nog wordt weggegooid. Het gebruik van deze ‘rest’-warmte, in plaats van deze weg te gooien, is volgens veel studies (waaronder die van het RIVM) één van de grootste kansen voor een succesvolle transitie naar duurzame energie. De PvdA wil deze kans dan ook met beide handen aangrijpen.
De warmteleiding van Vlaardingen naar Leiden is een belangrijke eerste stap. Deze leiding wordt de ruggengraat van een provinciale warmte-infrastructuur. Aanvankelijk zal dit industriële restwarmte zijn, maar ook geothermiebedrijven (aardwarmte) zullen warmte aan dit netwerk gaan leveren.
De GasUnie wordt verantwoordelijk voor het transport van de warmte van A naar B. De GasUnie is een staatsbedrijf dat zijn waarde heeft bewezen als aardgastransporteur. Dit is natuurlijk een tak van sport die aan het einde van zijn bestaanscyclus is en daarom zoekt de GasUnie een toekomst in duurzame energie. Daar past het transport van restwarmte goed bij.
In eerste instantie wordt er warmte uit Rotterdam geleverd aan Eneco en Vattenfall, ten bate van de bestaande stadsverwarming in Den Haag en Leiden.
De PvdA heeft veel vertrouwen in deze ontwikkeling, al zijn er nog wel zaken die op landelijk niveau geregeld moeten worden om warmtenetten een goede toekomst te geven. De prijs moet bijvoorbeeld zo concurrerend zijn, dat de aansluiting op een warmtenet een vanzelfsprekende keuze is, zoals dat in Denemarken nu het geval is. De PvdA ziet graag dat Nederland de kunst van landen als Denemarken zal afkijken bij de verdere ontwikkeling van de warmtemarkt en dat zal vastleggen in een nieuwe warmtewet.
Een warmtenet, hoe belangrijk deze ook is, is uiteindelijk maar één van puzzelstukjes. Daarnaast is het namelijk belangrijk dat we verder werken aan de verduurzaming van de procesindustrie in de Botlek (van fossiel naar ‘biobased’), het nemen van energiebesparende maatregelen, het verder uitbouwen van zon en windenergie en het benutten van de kansen die groene waterstof biedt.
Het warmtenet is wél een belangrijk stuk van de puzzel en we hopen dat het positieve besluit van de Zuid-Hollandse Staten zal leiden tot een positieve investeringsbeslissing van de GasUnie in november.
