Maidenspeech Leo Bruijn over de Jaarstukken

29 mei 2019

Bij de Provinciale Statenvergadering van maandagavond 27 mei vond de vuurdoop plaats voor  onze Leo Bruijn in Provinciale Staten. Hij voerde het woord over de Jaarstukken. Zijn speech luidde als volgt:

Geachte voorzitter,

Als nieuw Statenlid de jaarstukken lezend, valt een aspect mij direct op: namelijk de leesbaarheid. Ik kan u verzekeren dat dat lang niet altijd het geval is. Vanaf deze plaats wil ik een compliment uitdelen aan allen die zich hiervoor hebben ingezet. Ik vraag aan gedeputeerde mevrouw Baljeu of zij dit wil overbrengen naar haar dienst.

Voorzitter,
In deze zaal kreeg gedeputeerde mevrouw Baljeu verleden jaar uit handen van onze toenmalige fractievoorzitter de heer Hillebrand de Oppot-trofee, dit in verband met de enorme toename van de reserves. Nu was oppotten misschien niet de goede omschrijving, veel gelden waren immers “beklemd” zoals dat hier genoemd wordt, en betrof het saldo niet de vrij besteedbare reserves. Maar kijkend nu naar de resultaten van het afgelopen jaar dan moeten wij, de Partij van de Arbeid, wederom concluderen dat de reserves zijn toegenomen, het eigen vermogen waar deze reserves onderdeel van uitmaken stijgt met maar liefst 87 miljoen euro, gelijk aan 12,5% van de oorspronkelijke begroting.

Voorzitter,
Ook nu wordt weer aangegeven dat het grootste deel van deze reserves “beklemd” zijn, vertragingen of verlate afrekeningen worden veelal als reden opgevoerd. Maar dat is niet het enige. Ik bespeur bij de organisatie ook een hoge mate van planningsoptimisme. Als ik als voorbeeld de investeringen op Product 2 “Bereikbaar en Verbonden” gebruik, dan constateer ik dat uitgaande van de Primaire Begroting 2018 het eindresultaat een verschil kent van 191 miljoen euro op een oorspronkelijk totaal van 421 miljoen euro. Weliswaar wordt de begroting bijgesteld tot een bedrag van 293 miljoen euro, maar ook daar kent men op het eind van het jaar een onderuitputting van 63 miljoen. De externe accountant adviseert dan ook om projecten tijdig uit te voeren dan wel te versnellen.

Voorzitter,
Planningsoptimisme legt een (te) groot beslag op de beschikbare financiële middelen, middelen die ook voor andere doelen zouden kunnen worden ingezet. Als dit langjarig optreed dan kan dit de oorzaak zijn dat andere benodigde investeringen onnodig moeten worden uitgesteld. Dit is niet goed voor de burger, dit is niet goed voor de Provincie en dit bemoeilijkt de toezichthoudende taak van de Statenleden. Ik zou aan de gedeputeerde willen vragen of en hoe zij dit probleem gaat aanpakken en hoe zij hierin de Staten mee gaat nemen.

Voorzitter,
Wij hebben al eerder onderwerpen betreffende deze Jaarstukken kunnen bespreken en het is niet onze bedoeling om nu dit gehele boekwerk door te spitten. Wij zullen met gebruikmaking van onze constateringen de komende begrotingscycluskritisch volgen. Maar wel willen wij nog stil staan bij de overschrijding van de externe inhuur. Los van het feit dat wij als Partij van de Arbeid voorstander zijn van vaste contracten, begrijpen wij dat een zekere mate van flexibele schil voor een organisatie een noodzakelijkheid kan zijn. Wij kunnen deels de uitleg van het College volgen ten aanzien van de omstandigheden die geleid hebben tot deze stijging, maar een overschrijding van bijna 40% kan niet alleen daar door verklaard worden. Wij vragen de gedeputeerde om de Staten periodiek inzicht te verschaffen in het percentage en de daaraan gekoppelde loonkosten van de externe inhuur, ook afgezet tegen de reguliere formatiekosten.