De varkens van Captein 2

15 september 2020

Zo’n weblog als dit helpt goed om met betrokken burgers in contact te komen. Het verslag over het bezoek van Evelyn Hijink en mij aan de familie Captein om over hun plannen om hun varkensstal uit te breiden, resulteerde vrijwel onmiddellijk in een verzoek van de buren van deze melkveehouder die ons ook hun mening over deze zaak wilden vertellen. De buren van de Capteins hadden de indruk gekregen dat we van plan zijn om deze uitbreidingsplannen – als die gepaard gaan met een dier- en milieuvriendelijkere stal en met ‘circulair’ gebruik van de melkwei van hun kaasmakerij – onverkort te steunen. Dat valt echter nog te bezien.

We hebben wel gevraagd om de ‘Casus Captein’ te gebruiken als concreet voorbeeld bij de bespreking van de ‘Hoofdlijnennotitie vitale landbouw’. Hoe stimuleren we nu concreet om nuttig gebruik te maken van reststromen in de veeteelt als melkwei en stalmest? Wanneer is een bedrijf ‘circulair’? Als het alle grondstoffen van het eigen bedrijf of de directe omgeving betrekt, of een bepaald percentage? Hoe hoog is dat percentage dan? Kunnen we dat faciliteren, stimuleren of afdwingen? In het ruimtelijk beleid mag je geen criteria als ‘diervriendelijkheid’ gebruiken, maar hoe zorg je er dan toch voor dat diervriendelijkheid de norm wordt?

We willen ons graag op de hoogte stellen van wat er werkelijk speelt. Daarom zijn we met de Capteins gaan praten en daarom bezocht ik (Evelyn Hijink was verhinderd) ook de buren.  Het was weer een prachtige dag voor een bezoek aan de Weipoort dus we konden heerlijk in de achtertuin zitten. De Weipoorters met wie ik sprak waren niet erg te spreken over de plannen van de Capteins. De buren zijn al meer dan vijf jaar aan het procederen tegen een extra ontsluitingsweg die nodig zou zijn voor de toekomstige stal. De huidige stal, die voor stankoverlast zorgt, voldoet niet meer aan de regelgeving, dus daar moet iets mee gebeuren. “Maar waarom”, vragen de buren, “stoppen ze niet gewoon met die varkensfokkerij?  Een biologische boer in de buurt, die ook zelf kaas maakt, gebruikt de wei als bemesting voor zijn land. Waarom doen de Capteins dat niet?”

De buren vertelden me dat Captein volgens hen nu ook al al zijn wei aan de varkens voert. De huidige 180 varkens hebben daarnaast nog krachtvoer nodig, dus als er in plaats daarvan ineens 800 varkens zijn dan is er minder wei per varken beschikbaar en moet er veel meer krachtvoer worden aangevoerd. “Wat is daar dan zo circulair aan?”

Andere vragen die de omwonenden stelden: “Mag je bij kringlooplandbouw dan wel kunstmest en krachtvoer gebruiken en mest afvoeren?” “Wat doen die andere zelfkazende boeren dan met hun wei?” “Zijn er echt al luchtwassers die voor de volle 100% de ammoniakuitstoot tegengaan? Is de stankoverlast dan ook verleden tijd?”

Op die vragen had ik geen antwoord paraat. De omwonenden vonden daarom de ‘Casus Captein’ niet geschikt om te gebruiken bij de ‘Hoofdlijnennotitie vitale landbouw’.  Ik bestreed dat: de discussie die ik deze zondagmiddag met ze had bewijst het tegendeel. Ze hadden mij nu net die vragen gesteld die wij met de gedeputeerde willen bespreken. We kwamen tot de conclusie dat we een hele nuttige discussie over het vraagstuk van de verduurzaming van de landbouw in het algemeen en de leefbaarheid in de Weipoort in het bijzonder hadden gehad.

Misschien moeten we het nog eens over doen met de familie Captein erbij.